Vanavond ben ik gast

Wat betekent dat concreet, een nieuw begin? Die vraag krijg ik, en ook anderen, vaak als het over Josefa gaat.

De ontwikkeling van de kleine mens die we allen ooit geweest zijn, gaat altijd gepaard met verlangens, hoop, dromen, projecten, voorspellingen, gebeden, keuzes, beslissingen, gevechten, verwachtingen,.. Hoe concreet zijn die als je op weg gaat met anderen? Wie kan het zeggen? Welke toets moet je doorstaan als je met anderen een nieuw pad inslaat?

En wat Josefa betreft, dank aan allen die door hun arbeid, hun geloof het Josefa House gemaakt hebben tot wat het nu is. De polsslag van Josefa vandaag… je voelt hem tijdens de aangename, artistieke, culturele, confessionele en gemeenschappelijke activiteiten wanneer we elkaar ontmoeten, temidden van onze migraties.

De polsslag van Josefa vandaag… je voelt hem nog intenser tijdens de wekelijkse maaltijd op maandagavond met de bewoners van het Josefa House.

Onlangs was ik een van hen. Wat ken ik dat huis goed! Ik heb er meer dan tien jaar gewoond en geleefd. Dat gevoel van «thuis zijn» keer je niet in een handomdraai om: de geluiden, de geuren, de planken vloeren, de schaduwen, de tuin, de kapel… alles is me zo vertrouwd. En toch is er iets veranderd. Vanavond ben ikzelf te gast.

De gezichten zijn me minder bekend. Er is de drempel van de taal, het cultuurverschil. Er zijn de vele innerlijke vragen en de voorzichtigheid in de ogen die kijken naar mensen uit een andere wereld. En toch, toch vindt het woord zijn weg, verbaal of niet. De magie van een soort van subtiele improvisatie.

Aan het einde van de maaltijd flitst er plots een kind voorbij op zijn flikkerend elektrisch skateboard. Het neefje van een medebewoner. Op het terras moet iedereen uitwijken. Plots sta ik naast een stille, zwijgzame vrouw, wier hoofddoek haar ingekeerdheid nog een beetje accentueert. Ze kijkt uitnodigend naar me. Een beetje onwennig wisselen we een paar woorden. We ontdekken dat we een paar mensen kennen in het land waar ze vandaan komt. De maaltijd is voorbij. Enkelen maken aanstalten om te vertrekken. Maar om een of andere reden blijven we allebei zitten. En dan nodigt ze me uit : «Kom je niet mee naar boven, ik nodig je uit op de thee». «Mijn» thuis en «haar» thuis vinden elkaar. Ik voel dankbaarheid, een diepe vreugde om gast te zijn en tegelijk thuis te komen. Wat een onvergetelijke ervaring van gastvrijheid! De schoonheid van de ontmoeting.

Patricia