Hussein

Hussein werd in Irak geboren op 19 oktober 1988. In 2005 kwamen zijn beide ouders om tijdens een aanval van Al-Qaïda op Bagdad. Van die dag af wilde Hussein weg uit zijn geboorteland. Hij had een droom : beroepsmuzikant worden. Hij wilde alleen maar spelen en zijn muziek aan de hele wereld aanbieden… voor de vrede…

Hij hoopte op een dag naar de Verenigde Staten te kunnen emigreren en er zijn kans te wagen. Vandaag leeft hij, samen met mij en met anderen, in het Josefa House. Het Josefa House wil duurzaam samenleven promoten. Vluchtelingen en anderen kunnen er samen zijn op basis van hun gemeenschappelijk migrant-zijn. Een juiste integratie, dat is de centrale boodschap van het Josefa House…

Hier volgt zijn getuigenis.

Hoe was het na de oorlog tussen het Iraakse leger en Al-Qaïda?

Voor Al-Qaïda op het toneel verscheen was het aangenaam leven in Bagdad. Er heerste vrijheid van mening. Het culturele leven bloeide. Toen Al-Qaïda het land overspoelde, werd alles plots totaal anders. Ik begreep er niets van. Ik ben opgegroeid in een sfeer van vrijheid. Van de ene dag op de andere was er geen respect meer voor cultuur, voor muziek. Muziek, theater en alle andere artistieke disciplines werden hooguit gedoogd. Irak was niet meer het vrije land van voordien.

Wat heb je dan gedaan?

De muziekacademie van Bagdad functioneerde nog. In 2010 schreef ik me in. De professoren gaven vooral theoretische vakken en muziekgeschiedenis. Maar ik wilde voor alles muziek spelen. Het was een moeilijke periode. Ik heb verschillende keren gepoogd om een visum te krijgen voor de Verenigde Staten. Maar het lukte nooit. De administratie vertelde me dat ik ten vroegste uit Irak weg kon tegen 2018 of 2020. Toen heb ik besloten om mijn studies af te werken. Ik heb mijn diploma behaald in 2015. En plots, in de zomer van 2015, kreeg ik de kans op een visum voor Europa. Een mirakel ! Die kans heb ik met beide handen gegrepen.

Hoe ben je in België terecht gekomen?

In ben in België beland in augustus 2015. Het heeft me twee weken gekost om tot hier te geraken. Eerst kreeg ik toestemming om naar Turkije te reizen. Daar kreeg ik papieren om naar Griekenland te gaan. Via Servië geraakte ik tot in Hongarije. Van daaruit kon ik doorreizen naar Wenen, in Oostenrijk. En, eind goed al goed, belandde ik in het vluchtelingenkamp dat de Belgische overheid had geïnstalleerd vlakbij het Noordstation in Brussel. Ik bleef er vier dagen en werd nadien naar Ciney gestuurd, vlakbij de Franse grens. Nadien heb ik nog twee maanden doorgebracht in een vluchtelingencentrum in Frankrijk. En tot slot, in november 2015, kwam ik terecht in het Klein Kasteeltje, in Brussel. Daar ben ik vier maanden gebleven. Op deze hele exodus heb ik gebruik gemaakt van allerlei vervoermiddelen : vrachtwagens, auto’s, de trein en natuurlijk ook te voet…

En wanneer heb je kennis gemaakt met het Josefa House?

In het Klein Kasteeltje was het leven lang niet makkelijk. Ik heb me toen geëngageerd in een platform om vluchtelingen te helpen aan een betere huisvesting. Het is toen dat ik voor het eerst contact had met het Josefa House. In februari nodigden de oprichters van Josefa House me uit voor een gesprek. Ik heb daarna mijn verblijfscontract getekend. En, op 1 juni 2016 kon ik naar Josefa House verhuizen.

Je woont nu in Josefa House. Wat vind je van de opvang en het leven hier?

Ik heb de sfeer die hier heerst heel graag. Ik houd van de rust en het respect voor het privéleven. Naast de vriendschapsbanden met mijn medebewoners, zijn dat zeker twee troeven die je niet vaak terugvindt in andere opvangcentra voor vluchtelingen. Bovendien is het concept van Josefa House wel heel bijzonder: een migratiecentrum uit de grond stampen met een globale filosofie van wederzijdse openheid tussen vluchtelingen en andere bewoners die uit vrije keuze naar hier gekomen zijn. En dat gebaseerd op wederzijds respect voor iedereen, ongeacht ras, levensbeschouwing of etniciteit. Ik denk dat dit uniek is voor Europa.

Heb je nog aanbevelingen voor vluchtelingen die naar België komen?

Het allereerste wat elke vluchteling moet doen die in België aanbelandt, is Nederlands of Frans leren. Voor mij is dat enigszins anders, want ik spreek Engels en iedereen verstaat me. Maar als je geen basiskennis hebt van het Nederlands of het Frans, dan is het echt wel moeilijk om een duurzaam leven op te bouwen binnen de Belgische samenleving. Taal is een cruciale toegangspoort.

Vluchtelingen worden over het algemeen geconfronteerd met een grote cultuurkloof. De taal van het gastland leren blijft een noodzaak. In België zijn dat het Nederlands en/of het Frans. Daarnaast is het ook belangrijk om een inspanning te doen en zich aan te passen aan het dagelijks leven. Het komt erop aan het isolement te doorbreken, en dat is voor velen een grote uitdaging. Zoals voor ieder mens is het moeilijk om uit het eigen isolement te geraken. Maar het loont zeker en vast de moeite…

Jan